Al-Furqan

  1. Home
  2. Translation
  3. Dutch: Fred Leemhuis
Change Language
Change Surah
Change Recitation

Dutch: Fred Leemhuis

 Play All
# Translation Ayah
1 Gezegend zij Hij die het reddend onderscheidingsmiddel tot Zijn dienaar heeft neergezonden, opdat hij voor de wereldbewoners een waarschuwer zou zijn, تَبَارَكَ الَّذِي نَزَّلَ الْفُرْقَانَ عَلَى عَبْدِهِ لِيَكُونَ لِلْعَالَمِينَ نَذِيرًا
2 Hij die de heerschappij over de hemelen en de aarde heeft, die zich geen kind genomen heeft, die geen metgezel in de heerschappij heeft en die alles geschapen en nauwkeurig geordend heeft. الَّذِي لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَلَمْ يَتَّخِذْ وَلَدًا وَلَمْ يَكُن لَّهُ شَرِيكٌ فِي الْمُلْكِ وَخَلَقَ كُلَّ شَيْءٍ فَقَدَّرَهُ تَقْدِيرًا
3 Maar zij hebben zich in plaats van Hem goden genomen die zelf geschapen zijn, maar niets kunnen scheppen en die geen macht hebben om voor zichzelf tot nut of tot schade te zijn en die geen macht hebben over dood en leven, noch over herrijzenis. وَاتَّخَذُوا مِن دُونِهِ آلِهَةً لَّا يَخْلُقُونَ شَيْئًا وَهُمْ يُخْلَقُونَ وَلَا يَمْلِكُونَ لِأَنفُسِهِمْ ضَرًّا وَلَا نَفْعًا وَلَا يَمْلِكُونَ مَوْتًا وَلَا حَيَاةً وَلَا نُشُورًا
4 Zij die ongelovig zijn zeggen: "Dit is slechts laster die hij verzonnen heeft en waarbij andere mensen hem geholpen hebben." Zo begaan zij onrecht en onwaarheid. وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا إِنْ هَذَا إِلَّا إِفْكٌ افْتَرَاهُ وَأَعَانَهُ عَلَيْهِ قَوْمٌ آخَرُونَ فَقَدْ جَاؤُوا ظُلْمًا وَزُورًا
5 En zij zeggen: "Fabels van hen die er eertijds waren die hij zich heeft laten opschrijven; zij worden hem 's ochtends en 's avonds gedicteerd. وَقَالُوا أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ اكْتَتَبَهَا فَهِيَ تُمْلَى عَلَيْهِ بُكْرَةً وَأَصِيلًا
6 Zeg: "Hij die kent wat in de hemelen en op de aarde geheim is heeft het neergezonden; Hij is vergevend en barmhartig." قُلْ أَنزَلَهُ الَّذِي يَعْلَمُ السِّرَّ فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ إِنَّهُ كَانَ غَفُورًا رَّحِيمًا
7 En zij zeggen: "Hoe komt het dat deze gezant voedsel eet en op de markten rondloopt? Had er dan niet een engel naar hem neergezonden kunnen worden om samen met hem een waarschuwer te zijn? وَقَالُوا مَالِ هَذَا الرَّسُولِ يَأْكُلُ الطَّعَامَ وَيَمْشِي فِي الْأَسْوَاقِ لَوْلَا أُنزِلَ إِلَيْهِ مَلَكٌ فَيَكُونَ مَعَهُ نَذِيرًا
8 Of als er hem maar een schat toegeworpen was of als hij maar een tuin had gehad waarvan hij kon eten!" En de onrechtplegers zeggen: "Jullie volgen slechts een man die betoverd is." أَوْ يُلْقَى إِلَيْهِ كَنزٌ أَوْ تَكُونُ لَهُ جَنَّةٌ يَأْكُلُ مِنْهَا وَقَالَ الظَّالِمُونَ إِن تَتَّبِعُونَ إِلَّا رَجُلًا مَّسْحُورًا
9 Kijk hoe zij voor jou vergelijkingen maken; zij dwalen en kunnen dus geen weg meer vinden. انظُرْ كَيْفَ ضَرَبُوا لَكَ الْأَمْثَالَ فَضَلُّوا فَلَا يَسْتَطِيعُونَ سَبِيلًا
10 Gezegend zij Hij die, als Hij het wil, aan jou iets beters dan dit kan geven: tuinen waar de rivieren onderdoor stromen en kastelen kan Hij jou geven. تَبَارَكَ الَّذِي إِن شَاء جَعَلَ لَكَ خَيْرًا مِّن ذَلِكَ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ وَيَجْعَل لَّكَ قُصُورًا
11 Ja zeker, zij loochenen het uur, maar Wij hebben voor hen die het uur loochenen een vuurgloed klaargemaakt. بَلْ كَذَّبُوا بِالسَّاعَةِ وَأَعْتَدْنَا لِمَن كَذَّبَ بِالسَّاعَةِ سَعِيرًا
12 Wanneer hij hen uit de verte te zien krijgt, horen zij al zijn gegrom en gesteun. إِذَا رَأَتْهُم مِّن مَّكَانٍ بَعِيدٍ سَمِعُوا لَهَا تَغَيُّظًا وَزَفِيرًا
13 En wanneer zij er aaneengeketend uit geworpen worden naar een enge plaats dan roepen zij daar ach en wee. وَإِذَا أُلْقُوا مِنْهَا مَكَانًا ضَيِّقًا مُقَرَّنِينَ دَعَوْا هُنَالِكَ ثُبُورًا
14 "Roept vandaag niet één keer ach en wee maar roept vaak ach en wee." لَا تَدْعُوا الْيَوْمَ ثُبُورًا وَاحِدًا وَادْعُوا ثُبُورًا كَثِيراً
15 Zeg: "Is dat beter of de tuin van het eeuwige leven die aan de godvrezenden is toegezegd en die voor hen een beloning en een bestemming is? قُلْ أَذَلِكَ خَيْرٌ أَمْ جَنَّةُ الْخُلْدِ الَّتِي وُعِدَ الْمُتَّقُونَ كَانَتْ لَهُمْ جَزَاء وَمَصِيرًا
16 Zij hebben daarin wat zij willen, terwijl zij er altijd blijven. Dat is een opeisbare toezegging waartoe jouw Heer verplicht is." لَهُمْ فِيهَا مَا يَشَاؤُونَ خَالِدِينَ كَانَ عَلَى رَبِّكَ وَعْدًا مَسْؤُولًا
17 En op de dag dat Hij hen en wat zij in plaats van God dienen verzamelt en dan zegt: "Hebben jullie deze dienaren van Mij tot dwaling gebracht of zijn zij zelf van de weg afgedwaald?", وَيَوْمَ يَحْشُرُهُمْ وَمَا يَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ فَيَقُولُ أَأَنتُمْ أَضْلَلْتُمْ عِبَادِي هَؤُلَاء أَمْ هُمْ ضَلُّوا السَّبِيلَ
18 zeggen zij: "U zij geprezen! Het paste ons niet dat wij ons in plaats van U beschermheren hebben genomen, maar U hebt hen en hun vaderen laten genieten totdat zij de vermaning vergaten en verloren mensen geworden zijn." قَالُوا سُبْحَانَكَ مَا كَانَ يَنبَغِي لَنَا أَن نَّتَّخِذَ مِن دُونِكَ مِنْ أَوْلِيَاء وَلَكِن مَّتَّعْتَهُمْ وَآبَاءهُمْ حَتَّى نَسُوا الذِّكْرَ وَكَانُوا قَوْمًا بُورًا
19 Zij hebben jullie dus over wat jullie zeiden van leugens beticht. Jullie kunnen het niet afwenden en geen hulp krijgen en wie van jullie onrecht pleegt laten wij een grote straf proeven. فَقَدْ كَذَّبُوكُم بِمَا تَقُولُونَ فَمَا تَسْتَطِيعُونَ صَرْفًا وَلَا نَصْرًا وَمَن يَظْلِم مِّنكُمْ نُذِقْهُ عَذَابًا كَبِيرًا
20 Wij hebben voor jouw tijd alleen maar gezondenen gezonden die voedsel aten en op de markten rondliepen. En Wij hebben sommigen van jullie tot een verzoeking voor anderen gemaakt [om te zien] of jullie geduldig kunnen volharden; jouw Heer is doorziend. * وَما أَرْسَلْنَا قَبْلَكَ مِنَ الْمُرْسَلِينَ إِلَّا إِنَّهُمْ لَيَأْكُلُونَ الطَّعَامَ وَيَمْشُونَ فِي الْأَسْوَاقِ وَجَعَلْنَا بَعْضَكُمْ لِبَعْضٍ فِتْنَةً أَتَصْبِرُونَ وَكَانَ رَبُّكَ بَصِيرًا
21 En zij die niet hopen op de ontmoeting met Ons zeggen: "Hadden dan de engelen niet tot ons neergezonden kunnen worden? Of zagen wij onze Heer maar!" Zij zijn ingebeeld en hebben grote minachting. وَقَالَ الَّذِينَ لَا يَرْجُونَ لِقَاءنَا لَوْلَا أُنزِلَ عَلَيْنَا الْمَلَائِكَةُ أَوْ نَرَى رَبَّنَا لَقَدِ اسْتَكْبَرُوا فِي أَنفُسِهِمْ وَعَتَوْ عُتُوًّا كَبِيرًا
22 Op de dag dat zij de engelen zien, op die dag is er geen goed nieuws voor de boosdoeners en zij zullen zeggen: "Dat is volstrekt ontoelaatbaar!" يَوْمَ يَرَوْنَ الْمَلَائِكَةَ لَا بُشْرَى يَوْمَئِذٍ لِّلْمُجْرِمِينَ وَيَقُولُونَ حِجْرًا مَّحْجُورًا
23 En Wij wenden Ons tot de daden die zij gedaan hebben en maken ze tot verstrooid stof. وَقَدِمْنَا إِلَى مَا عَمِلُوا مِنْ عَمَلٍ فَجَعَلْنَاهُ هَبَاء مَّنثُورًا
24 Zij die in de tuin thuishoren hebben op die dag een betere verblijfplaats en een mooiere rustplaats. أَصْحَابُ الْجَنَّةِ يَوْمَئِذٍ خَيْرٌ مُّسْتَقَرًّا وَأَحْسَنُ مَقِيلًا
25 En op de dag dat de hemel in wolken uiteensplijt en de engelen werkelijk neergezonden worden, وَيَوْمَ تَشَقَّقُ السَّمَاء بِالْغَمَامِ وَنُزِّلَ الْمَلَائِكَةُ تَنزِيلًا
26 op die dag heeft de Erbarmer de ware heerschappij; het is een dag die voor de ongelovigen moeilijk is. الْمُلْكُ يَوْمَئِذٍ الْحَقُّ لِلرَّحْمَنِ وَكَانَ يَوْمًا عَلَى الْكَافِرِينَ عَسِيرًا
27 En op de dag dat de onrechtvaardige op zijn handen bijt, terwijl hij zegt: "Was ik maar samen met de gezant op weg gegaan. وَيَوْمَ يَعَضُّ الظَّالِمُ عَلَى يَدَيْهِ يَقُولُ يَا لَيْتَنِي اتَّخَذْتُ مَعَ الرَّسُولِ سَبِيلًا
28 Wee mij, had ik die en die maar niet als vriend genomen. يَا وَيْلَتَى لَيْتَنِي لَمْ أَتَّخِذْ فُلَانًا خَلِيلًا
29 Hij heeft mij van de vermaning laten afdwalen." De satan is namelijk iemand die de mens in de steek laat. لَقَدْ أَضَلَّنِي عَنِ الذِّكْرِ بَعْدَ إِذْ جَاءنِي وَكَانَ الشَّيْطَانُ لِلْإِنسَانِ خَذُولًا
30 En de gezant zegt: "Mijn Heer, mijn volk houdt deze Koran voor iets wat gemeden moet worden." وَقَالَ الرَّسُولُ يَا رَبِّ إِنَّ قَوْمِي اتَّخَذُوا هَذَا الْقُرْآنَ مَهْجُورًا
31 En zo hebben Wij voor elke profeet een vijand uit de boosdoeners gemaakt, maar jouw Heer is goed genoeg als leider en helper. وَكَذَلِكَ جَعَلْنَا لِكُلِّ نَبِيٍّ عَدُوًّا مِّنَ الْمُجْرِمِينَ وَكَفَى بِرَبِّكَ هَادِيًا وَنَصِيرًا
32 En zij die ongelovig zijn zeggen: "Had de Koran niet als één geheel tot hem neergezonden kunnen worden?" Het is zoals het is, opdat Wij jouw hart versterken en Wij hebben hem achtereenvolgens voorgedragen. وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا لَوْلَا نُزِّلَ عَلَيْهِ الْقُرْآنُ جُمْلَةً وَاحِدَةً كَذَلِكَ لِنُثَبِّتَ بِهِ فُؤَادَكَ وَرَتَّلْنَاهُ تَرْتِيلًا
33 En zij komen niet tot jou met een voorbeeld of Wij komen tot jou met de waarheid en een betere verklaring. وَلَا يَأْتُونَكَ بِمَثَلٍ إِلَّا جِئْنَاكَ بِالْحَقِّ وَأَحْسَنَ تَفْسِيرًا
34 Zij die op hun gezichten [ter aarde geworpen] tot de hel verzameld zullen worden, zij zijn het die de slechtste plaats hebben en het verst afgedwaald zijn van de weg. الَّذِينَ يُحْشَرُونَ عَلَى وُجُوهِهِمْ إِلَى جَهَنَّمَ أُوْلَئِكَ شَرٌّ مَّكَانًا وَأَضَلُّ سَبِيلًا
35 Wij hebben toch aan Moesa het boek gegeven en zijn broer Haroen met hem als medewerker aangesteld. وَلَقَدْ آتَيْنَا مُوسَى الْكِتَابَ وَجَعَلْنَا مَعَهُ أَخَاهُ هَارُونَ وَزِيرًا
36 En Wij zeiden: "Gaat heen naar de mensen die Onze tekenen loochenen." En Wij vernietigden hen toen geheel. فَقُلْنَا اذْهَبَا إِلَى الْقَوْمِ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا فَدَمَّرْنَاهُمْ تَدْمِيرًا
37 En de mensen van Noeh hebben Wij laten verdrinken, toen zij de gezanten van leugens betichtten en Wij hebben hen voor de mensen tot een teken gemaakt. En Wij hebben voor de onrechtplegers een pijnlijke bestraffing klaargemaakt. وَقَوْمَ نُوحٍ لَّمَّا كَذَّبُوا الرُّسُلَ أَغْرَقْنَاهُمْ وَجَعَلْنَاهُمْ لِلنَّاسِ آيَةً وَأَعْتَدْنَا لِلظَّالِمِينَ عَذَابًا أَلِيمًا
38 Ook de 'Aad en de Thamoed en de mensen van de bron en veel generaties daartussen. وَعَادًا وَثَمُودَ وَأَصْحَابَ الرَّسِّ وَقُرُونًا بَيْنَ ذَلِكَ كَثِيراً
39 En voor elk hebben Wij voorbeelden ter vergelijking gegeven en elk hebben Wij geheel vernietigd. وَكُلًّا ضَرَبْنَا لَهُ الْأَمْثَالَ وَكُلًّا تَبَّرْنَا تَتْبِيرًا
40 Zij zijn toch bij de stad voorbij gekomen waarop de slechte regen geregend had; hebben zij haar dan niet gezien? Welnee, zij verwachten geen herrijzenis. وَلَقَدْ أَتَوْا عَلَى الْقَرْيَةِ الَّتِي أُمْطِرَتْ مَطَرَ السَّوْءِ أَفَلَمْ يَكُونُوا يَرَوْنَهَا بَلْ كَانُوا لَا يَرْجُونَ نُشُورًا
41 En wanneer zij jou zien, drijven zij slechts de spot met jou: "Is dit hem die God als gezant heeft opgeroepen? وَإِذَا رَأَوْكَ إِن يَتَّخِذُونَكَ إِلَّا هُزُوًا أَهَذَا الَّذِي بَعَثَ اللَّهُ رَسُولًا
42 Bijna had hij ons van onze goden laten afdwalen, als wij niet aan hen vastgehouden hadden." Zij zullen, wanneer zij de bestraffing zien, wel weten wie er het verst afgedwaald is van de weg. إِن كَادَ لَيُضِلُّنَا عَنْ آلِهَتِنَا لَوْلَا أَن صَبَرْنَا عَلَيْهَا وَسَوْفَ يَعْلَمُونَ حِينَ يَرَوْنَ الْعَذَابَ مَنْ أَضَلُّ سَبِيلًا
43 Heb jij hem gezien die zijn grillen tot zijn god maakt? Ben jij over hem voogd? أَرَأَيْتَ مَنِ اتَّخَذَ إِلَهَهُ هَوَاهُ أَفَأَنتَ تَكُونُ عَلَيْهِ وَكِيلًا
44 Of denk jij dat de meesten van hen horen of verstand hebben? Zij zijn slechts als het vee. Ja zeker, zij zijn het verst afgedwaald van de weg. أَمْ تَحْسَبُ أَنَّ أَكْثَرَهُمْ يَسْمَعُونَ أَوْ يَعْقِلُونَ إِنْ هُمْ إِلَّا كَالْأَنْعَامِ بَلْ هُمْ أَضَلُّ سَبِيلًا
45 Heb jij niet gezien naar jouw Heer, hoe Hij de schaduw heeft uitgestrekt? En als Hij het gewild had, dan had Hij gemaakt dat hij stilstond. Vervolgens maken Wij de zon tot een aanwijzer ervoor. أَلَمْ تَرَ إِلَى رَبِّكَ كَيْفَ مَدَّ الظِّلَّ وَلَوْ شَاء لَجَعَلَهُ سَاكِنًا ثُمَّ جَعَلْنَا الشَّمْسَ عَلَيْهِ دَلِيلًا
46 Daarop trekken Wij hem langzamerhand naar Ons terug. ثُمَّ قَبَضْنَاهُ إِلَيْنَا قَبْضًا يَسِيرًا
47 En Hij is het die voor jullie de nacht tot kleding en de slaap om uit te rusten gemaakt heeft en Hij heeft de dag gemaakt om op te staan. وَهُوَ الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ اللَّيْلَ لِبَاسًا وَالنَّوْمَ سُبَاتًا وَجَعَلَ النَّهَارَ نُشُورًا
48 En Hij is het die de winden als verkondigers van goed nieuws voor Zijn barmhartigheid uit zendt. En Wij laten uit de hemel rein water neerdalen وَهُوَ الَّذِي أَرْسَلَ الرِّيَاحَ بُشْرًا بَيْنَ يَدَيْ رَحْمَتِهِ وَأَنزَلْنَا مِنَ السَّمَاء مَاء طَهُورًا
49 om daarmee een dode streek tot leven te brengen en om daarmee veel van wat Wij geschapen hebben, vee en mensen, te drinken te geven. لِنُحْيِيَ بِهِ بَلْدَةً مَّيْتًا وَنُسْقِيَهُ مِمَّا خَلَقْنَا أَنْعَامًا وَأَنَاسِيَّ كَثِيراً
50 En Wij hebben het onder hen uiteengezet opdat zij vermaand zouden worden, maar de meeste mensen willen alleen maar ongelovig zijn. وَلَقَدْ صَرَّفْنَاهُ بَيْنَهُمْ لِيَذَّكَّرُوا فَأَبَى أَكْثَرُ النَّاسِ إِلَّا كُفُورًا
51 En als Wij gewild hadden, dan hadden Wij in iedere stad een waarschuwer laten opstaan. وَلَوْ شِئْنَا لَبَعَثْنَا فِي كُلِّ قَرْيَةٍ نَذِيرًا
52 Gehoorzaam dan de ongelovigen niet, maar stel je tegen hen hevig te weer. فَلَا تُطِعِ الْكَافِرِينَ وَجَاهِدْهُم بِهِ جِهَادًا كَبِيرًا
53 En Hij is het die de beide zeeën vrij heeft laten stromen, de een zoet en fris en de ander zout en pekelig en Hij heeft tussen beide een versperring gemaakt en een volstrekte ontoegankelijkheid. وَهُوَ الَّذِي مَرَجَ الْبَحْرَيْنِ هَذَا عَذْبٌ فُرَاتٌ وَهَذَا مِلْحٌ أُجَاجٌ وَجَعَلَ بَيْنَهُمَا بَرْزَخًا وَحِجْرًا مَّحْجُورًا
54 En Hij is het die uit water een mens geschapen heeft en hem dan gemaakt heeft tot bloed- en aanverwant; jouw Heer is vrijmachtig. وَهُوَ الَّذِي خَلَقَ مِنَ الْمَاء بَشَرًا فَجَعَلَهُ نَسَبًا وَصِهْرًا وَكَانَ رَبُّكَ قَدِيرًا
55 En zij dienen in plaats van God iets wat hen niet nut en niet schaadt. En de ongelovige verleent hulp tegen zijn Heer. وَيَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ مَا لَا يَنفَعُهُمْ وَلَا يَضُرُّهُمْ وَكَانَ الْكَافِرُ عَلَى رَبِّهِ ظَهِيرًا
56 Maar Wij hebben jou slechts als verkondiger en waarschuwer gezonden. وَمَا أَرْسَلْنَاكَ إِلَّا مُبَشِّرًا وَنَذِيرًا
57 Zeg: "Ik vraag jullie daarvoor geen loon, behalve als iemand de weg tot God wil inslaan." قُلْ مَا أَسْأَلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ إِلَّا مَن شَاء أَن يَتَّخِذَ إِلَى رَبِّهِ سَبِيلًا
58 En stel je vertrouwen op de levende die niet sterft en prijs Zijn lof; Hij is goed genoeg als iemand die welingelicht is over de zonden van Zijn dienaren. وَتَوَكَّلْ عَلَى الْحَيِّ الَّذِي لَا يَمُوتُ وَسَبِّحْ بِحَمْدِهِ وَكَفَى بِهِ بِذُنُوبِ عِبَادِهِ خَبِيرًا
59 Hij die de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is in zes dagen geschapen heeft en die zich toen op de troon vestigde, hij is de Erbarmer. Vraag maar aan iemand die welingelicht is. الَّذِي خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ وَمَا بَيْنَهُمَا فِي سِتَّةِ أَيَّامٍ ثُمَّ اسْتَوَى عَلَى الْعَرْشِ الرَّحْمَنُ فَاسْأَلْ بِهِ خَبِيرًا
60 Wanneer men tot hen zegt: "Buigt jullie eerbiedig neer voor de Erbarmer" dan zeggen zij: "Wat is dat, de Erbarmer? Zullen wij ons eerbiedig voor iets neerbuigen, alleen maar omdat jij het ons beveelt?" En het vermeerdert slechts hun afkerigheid." وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ اسْجُدُوا لِلرَّحْمَنِ قَالُوا وَمَا الرَّحْمَنُ أَنَسْجُدُ لِمَا تَأْمُرُنَا وَزَادَهُمْ نُفُورًا
61 Gezegend zij Hij die in de hemel sterrenbeelden heeft gemaakt en die daarin een heldere lamp en een verlichtende maan heeft gemaakt. تَبَارَكَ الَّذِي جَعَلَ فِي السَّمَاء بُرُوجًا وَجَعَلَ فِيهَا سِرَاجًا وَقَمَرًا مُّنِيرًا
62 En hij is het die de dag en de nacht als elkaars aflossing gemaakt heeft voor wie zich wenst te laten vermanen of die dankbaar wenst te zijn. وَهُوَ الَّذِي جَعَلَ اللَّيْلَ وَالنَّهَارَ خِلْفَةً لِّمَنْ أَرَادَ أَن يَذَّكَّرَ أَوْ أَرَادَ شُكُورًا
63 En de dienaren van de Erbarmer zijn zij die bescheiden op de aarde rondwandelen en wanneer de onwetenden hen toespreken zeggen: "Vrede". وَعِبَادُ الرَّحْمَنِ الَّذِينَ يَمْشُونَ عَلَى الْأَرْضِ هَوْنًا وَإِذَا خَاطَبَهُمُ الْجَاهِلُونَ قَالُوا سَلَامًا
64 En zij die de nacht doorbrengen terwijl zij zich eerbiedig voor hun Heer neerbuigen en terwijl zij rechtop staan. وَالَّذِينَ يَبِيتُونَ لِرَبِّهِمْ سُجَّدًا وَقِيَامًا
65 En zij die zeggen: "Onze Heer, wend van ons de bestraffing van de hel af; de bestraffing daarmee blijft voortdurend." وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا اصْرِفْ عَنَّا عَذَابَ جَهَنَّمَ إِنَّ عَذَابَهَا كَانَ غَرَامًا
66 Het is een slechte verblijfplaats en standplaats. إِنَّهَا سَاءتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا
67 En zij die niet overdrijven en niet te zuinig zijn wanneer zij bijdragen geven, maar daartussen het midden houden. وَالَّذِينَ إِذَا أَنفَقُوا لَمْ يُسْرِفُوا وَلَمْ يَقْتُرُوا وَكَانَ بَيْنَ ذَلِكَ قَوَامًا
68 En zij die naast God geen andere god aanroepen en die niemand doden -- wat God verboden heeft -- behalve volgens het recht en die geen overspel plegen; wie dat doet zal moeten boeten. وَالَّذِينَ لَا يَدْعُونَ مَعَ اللَّهِ إِلَهًا آخَرَ وَلَا يَقْتُلُونَ النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللَّهُ إِلَّا بِالْحَقِّ وَلَا يَزْنُونَ وَمَن يَفْعَلْ ذَلِكَ يَلْقَ أَثَامًا
69 Voor hem zal op de opstandingsdag de bestraffing verdubbeld worden en vernederd zal hij er altijd in blijven. يُضَاعَفْ لَهُ الْعَذَابُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَيَخْلُدْ فِيهِ مُهَانًا
70 Behalve hij die berouw toont, gelooft en deugdelijk handelt; zij zijn het voor wie God hun slechte daden tegen goede inwisselt; God is vergevend en barmhartig. إِلَّا مَن تَابَ وَآمَنَ وَعَمِلَ عَمَلًا صَالِحًا فَأُوْلَئِكَ يُبَدِّلُ اللَّهُ سَيِّئَاتِهِمْ حَسَنَاتٍ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا
71 En wie berouw heeft en deugdelijk handelt, die wendt zich dus werkelijk berouwvol tot God. وَمَن تَابَ وَعَمِلَ صَالِحًا فَإِنَّهُ يَتُوبُ إِلَى اللَّهِ مَتَابًا
72 En zij die geen vals getuigenis geven en die wanneer zij bij geklets voorbijkomen er waardig aan voorbijgaan. وَالَّذِينَ لَا يَشْهَدُونَ الزُّورَ وَإِذَا مَرُّوا بِاللَّغْوِ مَرُّوا كِرَامًا
73 En zij die wanneer zij met de tekenen van hun Heer vermaand worden er niet doof en blind bij neervallen. وَالَّذِينَ إِذَا ذُكِّرُوا بِآيَاتِ رَبِّهِمْ لَمْ يَخِرُّوا عَلَيْهَا صُمًّا وَعُمْيَانًا
74 En zij die zeggen: "Onze Heer, schenk ons dat wij aan onze echtgenotes en nakomelingen vreugde beleven en maak ons tot een voorbeeld voor de godvrezenden." وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا هَبْ لَنَا مِنْ أَزْوَاجِنَا وَذُرِّيَّاتِنَا قُرَّةَ أَعْيُنٍ وَاجْعَلْنَا لِلْمُتَّقِينَ إِمَامًا
75 Zij zijn het die met de [feest]zaal beloond worden omdat zij geduldig volhard hebben. En men zal hen daarin met een begroeting en met "vrede" tegemoet treden. أُوْلَئِكَ يُجْزَوْنَ الْغُرْفَةَ بِمَا صَبَرُوا وَيُلَقَّوْنَ فِيهَا تَحِيَّةً وَسَلَامًا
76 Zij zullen daarin altijd blijven; goed is zij als verblijfplaats en standplaats. خَالِدِينَ فِيهَا حَسُنَتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا
77 Zeg: "Mijn Heer zal zich niet om jullie bekommeren als jullie Hem niet aanroepen, maar jullie hebben het toch geloochend, dus zal het onafwendbaar zijn." قُلْ مَا يَعْبَأُ بِكُمْ رَبِّي لَوْلَا دُعَاؤُكُمْ فَقَدْ كَذَّبْتُمْ فَسَوْفَ يَكُونُ لِزَامًا
Next Surah Ash-Shu'araa
;