1 |
Het Uur is nabij en de maan is gespleten. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054001.mp3
|
اقْتَرَبَتِ السَّاعَةُ وَانشَقَّ الْقَمَرُ |
2 |
En wanneer zij een Teken zien, dan wenden zij zich af, en zeggen: "Voortdurende toverij." |
/content/ayah/audio/hudhaify/054002.mp3
|
وَإِن يَرَوْا آيَةً يُعْرِضُوا وَيَقُولُوا سِحْرٌ مُّسْتَمِرٌّ |
3 |
En zij loochenen en volgen hun begeerten, terwijl alle zaken al zijn vastgesteld. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054003.mp3
|
وَكَذَّبُوا وَاتَّبَعُوا أَهْوَاءهُمْ وَكُلُّ أَمْرٍ مُّسْتَقِرٌّ |
4 |
En voorzeker, er zijn berichten tot hen gekomen waar een afschrikking in is. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054004.mp3
|
وَلَقَدْ جَاءهُم مِّنَ الْأَنبَاء مَا فِيهِ مُزْدَجَرٌ |
5 |
Doeltreffende wijsheid, maar de waarschuwingen baten niet. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054005.mp3
|
حِكْمَةٌ بَالِغَةٌ فَمَا تُغْنِ النُّذُرُ |
6 |
Keer je daarom van hen af De Dag (zal komen) waarop een oproeper (een Engel) tot iets verschrikkelijks oproept. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054006.mp3
|
فَتَوَلَّ عَنْهُمْ يَوْمَ يَدْعُ الدَّاعِ إِلَى شَيْءٍ نُّكُرٍ |
7 |
Met teneergeslagen blikken komen zij uit de graven tevoorschijn, alsof zij verspreidde sprinkhanen zijn. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054007.mp3
|
خُشَّعًا أَبْصَارُهُمْ يَخْرُجُونَ مِنَ الْأَجْدَاثِ كَأَنَّهُمْ جَرَادٌ مُّنتَشِرٌ |
8 |
Zich haastend naar de oproeper. De ongelovigen zullen zeggen: "Dit is een zware dag." |
/content/ayah/audio/hudhaify/054008.mp3
|
مُّهْطِعِينَ إِلَى الدَّاعِ يَقُولُ الْكَافِرُونَ هَذَا يَوْمٌ عَسِرٌ |
9 |
Vóór hen loochende het volk van Nôeh, zij loochenden Onze dienaar, en zij zeiden: "Een bezetene!" En hij werd verbannen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054009.mp3
|
كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ فَكَذَّبُوا عَبْدَنَا وَقَالُوا مَجْنُونٌ وَازْدُجِرَ |
10 |
Waarop hij zijn Heer aanriep (en zei:) "Ik ben verslagen, help daarom." |
/content/ayah/audio/hudhaify/054010.mp3
|
فَدَعَا رَبَّهُ أَنِّي مَغْلُوبٌ فَانتَصِرْ |
11 |
Wij openden toen de poorten van de hemel met neergietend water. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054011.mp3
|
فَفَتَحْنَا أَبْوَابَ السَّمَاء بِمَاء مُّنْهَمِرٍ |
12 |
En Wij deden bronnen uit de aarde barsten, waarna de wateren elkaar ontmoetten volgens een beschikking die waarlijk bepaald was. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054012.mp3
|
وَفَجَّرْنَا الْأَرْضَ عُيُونًا فَالْتَقَى الْمَاء عَلَى أَمْرٍ قَدْ قُدِرَ |
13 |
En Wij droegen hem op een vaartuig van planken en (houten) pinnen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054013.mp3
|
وَحَمَلْنَاهُ عَلَى ذَاتِ أَلْوَاحٍ وَدُسُرٍ |
14 |
Dat voer onder Ons toezicht, als beloning voor degene die werd verworpen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054014.mp3
|
تَجْرِي بِأَعْيُنِنَا جَزَاء لِّمَن كَانَ كُفِرَ |
15 |
En voorzeker, Wij lieten het achter als een teken, is er dan iemand die er lering uit trekt? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054015.mp3
|
وَلَقَد تَّرَكْنَاهَا آيَةً فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ |
16 |
En hoe was Mijn bestraffing en Mijn waarschuwing? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054016.mp3
|
فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ |
17 |
En voorzeker, Wij hebben de Koran gemakkelijk gemaakt ter vermaning, is er dan iemand die er lering uit trekt? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054017.mp3
|
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ |
18 |
(Het volk van) de 'Âd loochende en hoe was Mijn bestraffing en Mijn waarschuwing? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054018.mp3
|
كَذَّبَتْ عَادٌ فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ |
19 |
Voorwaar, Wij zonden een verwoestende wind over hen, op een langdurige zwaarmoedige dag. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054019.mp3
|
إِنَّا أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ رِيحًا صَرْصَرًا فِي يَوْمِ نَحْسٍ مُّسْتَمِرٍّ |
20 |
Die de mensen wegrukte alsof zij ontwortelde palmbomen waren. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054020.mp3
|
تَنزِعُ النَّاسَ كَأَنَّهُمْ أَعْجَازُ نَخْلٍ مُّنقَعِرٍ |
21 |
Hoe was Mijn bestraffing en Mijn waarschuwing? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054021.mp3
|
فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ |
22 |
En voorzeker, Wij hebben de Koran gemakkelijk gemaakt ter vermaning, is er dan iemand die er lering uit trekt? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054022.mp3
|
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ |
23 |
(Het volk van) de Tsamôed loochende de waarschuwingen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054023.mp3
|
كَذَّبَتْ ثَمُودُ بِالنُّذُرِ |
24 |
En zij zeiden toen: "Zullen wij één mens van ons volgen? Voorwaar, dan zouden wij in dwaling en in een toestand van krankzinnigheid verkeren. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054024.mp3
|
فَقَالُوا أَبَشَرًا مِّنَّا وَاحِدًا نَّتَّبِعُهُ إِنَّا إِذًا لَّفِي ضَلَالٍ وَسُعُرٍ |
25 |
Is de vermaning juist aan hèm onder ons neergezonden, terwijl hij een schaamteloze leugenaar is?" |
/content/ayah/audio/hudhaify/054025.mp3
|
أَأُلْقِيَ الذِّكْرُ عَلَيْهِ مِن بَيْنِنَا بَلْ هُوَ كَذَّابٌ أَشِرٌ |
26 |
Zij zullen weten wie de schaamteloze leugenaar is. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054026.mp3
|
سَيَعْلَمُونَ غَدًا مَّنِ الْكَذَّابُ الْأَشِرُ |
27 |
Wij zullen de vrouwtjeskameel zenden als een beproeving voor hen, let daarom op hen (O Shâlih) en wees geduldig. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054027.mp3
|
إِنَّا مُرْسِلُو النَّاقَةِ فِتْنَةً لَّهُمْ فَارْتَقِبْهُمْ وَاصْطَبِرْ |
28 |
En bericht hun dat het water onder hen (en de kameel) verdeeld moet worden. Ieder een dronk, om de beurt. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054028.mp3
|
وَنَبِّئْهُمْ أَنَّ الْمَاء قِسْمَةٌ بَيْنَهُمْ كُلُّ شِرْبٍ مُّحْتَضَرٌ |
29 |
Zij riepen toen hun metgezel, die overmoedig werd en (haar) slachtte. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054029.mp3
|
فَنَادَوْا صَاحِبَهُمْ فَتَعَاطَى فَعَقَرَ |
30 |
Hoe was toen Mijn bestraffing en Mijn waarschuwing? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054030.mp3
|
فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ |
31 |
Voorwaar, Wij zonden één bliksemslag, waarop zij als dorre takken voor veevoer werden. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054031.mp3
|
إِنَّا أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ صَيْحَةً وَاحِدَةً فَكَانُوا كَهَشِيمِ الْمُحْتَظِرِ |
32 |
En voorzeker, Wij hebben de Koran gemakkelijk gemaakt ter vermaning, is er dan iemand die er lering uit trekt? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054032.mp3
|
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ |
33 |
Het volk van Lôeth loochende de waarschuwingen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054033.mp3
|
كَذَّبَتْ قَوْمُ لُوطٍ بِالنُّذُرِ |
34 |
Voorwaar, Wij zonden vulkanische stenen over hen, behalve over de familie van Lôeth. Wij redden hen in het laatste gedeelte van de nacht. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054034.mp3
|
إِنَّا أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ حَاصِبًا إِلَّا آلَ لُوطٍ نَّجَّيْنَاهُم بِسَحَرٍ |
35 |
Als een gunst van Ons. Zo belonen Wij wie dankbaar is. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054035.mp3
|
نِعْمَةً مِّنْ عِندِنَا كَذَلِكَ نَجْزِي مَن شَكَرَ |
36 |
En voorzeker, Hij (Lôeth) waarschuwde hen voor Onze harde greep, maar zij twijfelden aan de waarschuwingen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054036.mp3
|
وَلَقَدْ أَنذَرَهُم بَطْشَتَنَا فَتَمَارَوْا بِالنُّذُرِ |
37 |
En voorzeker, zij probeerden zijn gasten over te halen (tot hun begeerten), waarop Wij hen blind maakten. (En Allah zei:) "Proeft dan Mijn bestraffing en Mijn waarschuwing." |
/content/ayah/audio/hudhaify/054037.mp3
|
وَلَقَدْ رَاوَدُوهُ عَن ضَيْفِهِ فَطَمَسْنَا أَعْيُنَهُمْ فَذُوقُوا عَذَابِي وَنُذُرِ |
38 |
En voorzeker, een blijvende bestraffing kwam in de ochtend van de volgende dag tot hen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054038.mp3
|
وَلَقَدْ صَبَّحَهُم بُكْرَةً عَذَابٌ مُّسْتَقِرٌّ |
39 |
Proeft dan Mijn bestraffing en Mijn waarschuwing. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054039.mp3
|
فَذُوقُوا عَذَابِي وَنُذُرِ |
40 |
En voorzeker, Wij hebben de Koran gemakkelijk gemaakt ter vermaning, is er dan iemand die er lering uit trekt? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054040.mp3
|
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ |
41 |
En voorzeker, tot Fir'aun kwamen waarschuwingen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054041.mp3
|
وَلَقَدْ جَاء آلَ فِرْعَوْنَ النُّذُرُ |
42 |
Zij loochenden alle Tekenen van Ons, waarop Wij hen grepen met de greep van een machtige geweldige. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054042.mp3
|
كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا كُلِّهَا فَأَخَذْنَاهُمْ أَخْذَ عَزِيزٍ مُّقْتَدِرٍ |
43 |
Zijn de ongelovigen onder jullie beter dan diegenen van hen (bovengenoemden), of hebben jullie een vrijbrief in de vroegere Schriften? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054043.mp3
|
أَكُفَّارُكُمْ خَيْرٌ مِّنْ أُوْلَئِكُمْ أَمْ لَكُم بَرَاءةٌ فِي الزُّبُرِ |
44 |
Of zeggen zij: "Wij vormen één (groep) die zal overwinnen (van Moehammad)." |
/content/ayah/audio/hudhaify/054044.mp3
|
أَمْ يَقُولُونَ نَحْنُ جَمِيعٌ مُّنتَصِرٌ |
45 |
De groep zal verslagen worden en zij zullen vluchten. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054045.mp3
|
سَيُهْزَمُ الْجَمْعُ وَيُوَلُّونَ الدُّبُرَ |
46 |
Nee, het Uur is hun belofte, en het Uur is het verschrikkelijkst en het bitterst. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054046.mp3
|
بَلِ السَّاعَةُ مَوْعِدُهُمْ وَالسَّاعَةُ أَدْهَى وَأَمَرُّ |
47 |
Voorwaar, de misdadigers verkeren in dwaling en in de Hel. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054047.mp3
|
إِنَّ الْمُجْرِمِينَ فِي ضَلَالٍ وَسُعُرٍ |
48 |
Op de Dag dat zij naar de Hel gesleept worden op hun gezichten, zal gezegd worden: "Proeft de aanraking van de Hel (Saqar)." |
/content/ayah/audio/hudhaify/054048.mp3
|
يَوْمَ يُسْحَبُونَ فِي النَّارِ عَلَى وُجُوهِهِمْ ذُوقُوا مَسَّ سَقَرَ |
49 |
Voorwaar, Wij hebben alle zaken volgens een bepaalde maatgeving geschapen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054049.mp3
|
إِنَّا كُلَّ شَيْءٍ خَلَقْنَاهُ بِقَدَرٍ |
50 |
En Ons bevel is niets meer dan één Woord, als een oogwenk. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054050.mp3
|
وَمَا أَمْرُنَا إِلَّا وَاحِدَةٌ كَلَمْحٍ بِالْبَصَرِ |
51 |
En voorzeker, Wij hebben jullie soortgenoten vernietigd, is er dan iemand die er lering uit trekt? |
/content/ayah/audio/hudhaify/054051.mp3
|
وَلَقَدْ أَهْلَكْنَا أَشْيَاعَكُمْ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ |
52 |
En alle dingen die zij doen, staan in Schriften. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054052.mp3
|
وَكُلُّ شَيْءٍ فَعَلُوهُ فِي الزُّبُرِ |
53 |
En al het kleine en het grote is vastgelegd. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054053.mp3
|
وَكُلُّ صَغِيرٍ وَكَبِيرٍ مُسْتَطَرٌ |
54 |
Voorwaar, de Moettaqôen verblijven in Tuinen en rivieren (het Paradijs). |
/content/ayah/audio/hudhaify/054054.mp3
|
إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَنَهَرٍ |
55 |
In een waarachtige verblijfplaats, bij een machtige Heerser. |
/content/ayah/audio/hudhaify/054055.mp3
|
فِي مَقْعَدِ صِدْقٍ عِندَ مَلِيكٍ مُّقْتَدِرٍ |