1 |
Bij de berg (Sinaï). |
/content/ayah/audio/hudhaify/052001.mp3
|
وَالطُّورِ |
2 |
Bij een geschreven Boek. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052002.mp3
|
وَكِتَابٍ مَّسْطُورٍ |
3 |
In een opengerold perkament. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052003.mp3
|
فِي رَقٍّ مَّنشُورٍ |
4 |
Bij het veel bezochte Huis (de Ka'bah). |
/content/ayah/audio/hudhaify/052004.mp3
|
وَالْبَيْتِ الْمَعْمُورِ |
5 |
En het opgeheven gewelf (de hemel). |
/content/ayah/audio/hudhaify/052005.mp3
|
وَالسَّقْفِ الْمَرْفُوعِ |
6 |
En de kolkende zee. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052006.mp3
|
وَالْبَحْرِ الْمَسْجُورِ |
7 |
Voorwaar, de bestraffing van jouw Heer zal zeker plaatsvinden. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052007.mp3
|
إِنَّ عَذَابَ رَبِّكَ لَوَاقِعٌ |
8 |
Niemand kan hem tegenhouden. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052008.mp3
|
مَا لَهُ مِن دَافِعٍ |
9 |
Op de Dag waarop de hemel heftig beeft. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052009.mp3
|
يَوْمَ تَمُورُ السَّمَاء مَوْرًا |
10 |
En de bergen zich verplaatsen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052010.mp3
|
وَتَسِيرُ الْجِبَالُ سَيْرًا |
11 |
Wee op die Dag de loochenaars. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052011.mp3
|
فَوَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِلْمُكَذِّبِينَ |
12 |
Degenen die zich vermaken met ijdelheden. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052012.mp3
|
الَّذِينَ هُمْ فِي خَوْضٍ يَلْعَبُونَ |
13 |
Op die Dag zullen zij met geweld naar de Hel worden geduwd. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052013.mp3
|
يَوْمَ يُدَعُّونَ إِلَى نَارِ جَهَنَّمَ دَعًّا |
14 |
(En er zal gezegd worden:) "Dit is de Hel die jullie plachten te loochenen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052014.mp3
|
هَذِهِ النَّارُ الَّتِي كُنتُم بِهَا تُكَذِّبُونَ |
15 |
Is dit dan toverij? Of kunnen jullie niet zien? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052015.mp3
|
أَفَسِحْرٌ هَذَا أَمْ أَنتُمْ لَا تُبْصِرُونَ |
16 |
Gaat haar binnen en weest geduldig of weest ongeduldig; het zal voor jullie niets uitmaken. Voorwaar, jullie worden slechts vergolden naar wat jullie plachten te verrichtten." |
/content/ayah/audio/hudhaify/052016.mp3
|
اصْلَوْهَا فَاصْبِرُوا أَوْ لَا تَصْبِرُوا سَوَاء عَلَيْكُمْ إِنَّمَا تُجْزَوْنَ مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ |
17 |
Voorwaar, de Moettaqôen bevinden zich in Tuinen (het Paradijs) en in genietingen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052017.mp3
|
إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَنَعِيمٍ |
18 |
Zich verheugend over wat hun Heer hun heeft gegeven. En hun Heer heeft hen behoed voor de straf van de Hel. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052018.mp3
|
فَاكِهِينَ بِمَا آتَاهُمْ رَبُّهُمْ وَوَقَاهُمْ رَبُّهُمْ عَذَابَ الْجَحِيمِ |
19 |
(Er wordt gezegd:) "Eet en drinkt smakelijk wegens wat jullie plachten te verrichten." |
/content/ayah/audio/hudhaify/052019.mp3
|
كُلُوا وَاشْرَبُوا هَنِيئًا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ |
20 |
Leunend op rustbanken, tegenover elkaar. En Wij zullen hen huwen met schone maagden. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052020.mp3
|
مُتَّكِئِينَ عَلَى سُرُرٍ مَّصْفُوفَةٍ وَزَوَّجْنَاهُم بِحُورٍ عِينٍ |
21 |
En degenen die geloven en die in het geloof gevolgd worden door hun nakomelingen: Wij voegen hun nakomelingen bij hen en Wij verminderen (de beloning voor) hun daden niet. Ieder mens staat borg voor wat hij verrichtte. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052021.mp3
|
وَالَّذِينَ آمَنُوا وَاتَّبَعَتْهُمْ ذُرِّيَّتُهُم بِإِيمَانٍ أَلْحَقْنَا بِهِمْ ذُرِّيَّتَهُمْ وَمَا أَلَتْنَاهُم مِّنْ عَمَلِهِم مِّن شَيْءٍ كُلُّ امْرِئٍ بِمَا كَسَبَ رَهِينٌ |
22 |
En Wij geven hun vruchten en vlees, van welke soort zij wensen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052022.mp3
|
وَأَمْدَدْنَاهُم بِفَاكِهَةٍ وَلَحْمٍ مِّمَّا يَشْتَهُونَ |
23 |
Zij reiken daar elkaar een beker aan waarbij geen onzin en geen zondigheid is. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052023.mp3
|
يَتَنَازَعُونَ فِيهَا كَأْسًا لَّا لَغْوٌ فِيهَا وَلَا تَأْثِيمٌ |
24 |
En onder hen gaan jongelingen rond die lijken op welbewaarde parels. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052024.mp3
|
وَيَطُوفُ عَلَيْهِمْ غِلْمَانٌ لَّهُمْ كَأَنَّهُمْ لُؤْلُؤٌ مَّكْنُونٌ |
25 |
Zij zullen zich tot elkaar wenden en elkaar vragen stellen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052025.mp3
|
وَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَى بَعْضٍ يَتَسَاءلُونَ |
26 |
Zij zeggen: "Voorwaar, wij waren vroeger temidden van onze verwanten bevreesd (voor Allah). |
/content/ayah/audio/hudhaify/052026.mp3
|
قَالُوا إِنَّا كُنَّا قَبْلُ فِي أَهْلِنَا مُشْفِقِينَ |
27 |
Allah begenadigde ons toen en Hij behoedde ons voor de bestraffing van de verschroeiende wind. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052027.mp3
|
فَمَنَّ اللَّهُ عَلَيْنَا وَوَقَانَا عَذَابَ السَّمُومِ |
28 |
Voorwaar, Wij plachten Hem vroeger aan te roepen: voorwaar, Hij is de Weldoener, de Meest Barmhartige." |
/content/ayah/audio/hudhaify/052028.mp3
|
إِنَّا كُنَّا مِن قَبْلُ نَدْعُوهُ إِنَّهُ هُوَ الْبَرُّ الرَّحِيمُ |
29 |
Vermaan daarom, jij bent door de Genade van jouw Heer geen waarzegger en geen bezetene. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052029.mp3
|
فَذَكِّرْ فَمَا أَنتَ بِنِعْمَتِ رَبِّكَ بِكَاهِنٍ وَلَا مَجْنُونٍ |
30 |
Of zeggen zij: "Een dichter, wij wachten af of het noodlot hem met ongeluk zal treffen." |
/content/ayah/audio/hudhaify/052030.mp3
|
أَمْ يَقُولُونَ شَاعِرٌ نَّتَرَبَّصُ بِهِ رَيْبَ الْمَنُونِ |
31 |
Zeg (O Moehammad): "Wacht maar af: voorwaar, Ik behoor met jullie tot de afwachtenden." |
/content/ayah/audio/hudhaify/052031.mp3
|
قُلْ تَرَبَّصُوا فَإِنِّي مَعَكُم مِّنَ الْمُتَرَبِّصِينَ |
32 |
Of beveelt hun verstand hun dit, of zijn zij een overtredend volk? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052032.mp3
|
أَمْ تَأْمُرُهُمْ أَحْلَامُهُم بِهَذَا أَمْ هُمْ قَوْمٌ طَاغُونَ |
33 |
Of zeggen zij: "Hij heeft hem (de Koran) verzonnen"? Nee, zij geloven niet. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052033.mp3
|
أَمْ يَقُولُونَ تَقَوَّلَهُ بَل لَّا يُؤْمِنُونَ |
34 |
Laten zij dan een bericht brengen dat daaraan gelijk is, als zij waarachtigen zijn. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052034.mp3
|
فَلْيَأْتُوا بِحَدِيثٍ مِّثْلِهِ إِن كَانُوا صَادِقِينَ |
35 |
Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052035.mp3
|
أَمْ خُلِقُوا مِنْ غَيْرِ شَيْءٍ أَمْ هُمُ الْخَالِقُونَ |
36 |
Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Zelfs zij zijn er niet van overtuigd. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052036.mp3
|
أَمْ خَلَقُوا السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ بَل لَّا يُوقِنُونَ |
37 |
Of bevinden zich bij hen de schaften van jouw Heer, of hebben zij de heerschappij? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052037.mp3
|
أَمْ عِندَهُمْ خَزَائِنُ رَبِّكَ أَمْ هُمُ الْمُصَيْطِرُونَ |
38 |
Of beschikken zij over een ladder (die tot in de hemel reikt) waarop zij kunnen afluisteren? Laat dan de afluisteraar onder hen met een duidelijk bewijs komen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052038.mp3
|
أَمْ لَهُمْ سُلَّمٌ يَسْتَمِعُونَ فِيهِ فَلْيَأْتِ مُسْتَمِعُهُم بِسُلْطَانٍ مُّبِينٍ |
39 |
Of zijn voor Hem de dochters en voor jullie de zonen? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052039.mp3
|
أَمْ لَهُ الْبَنَاتُ وَلَكُمُ الْبَنُونَ |
40 |
Of vraag jij van hen een beloning, zodat zij belast zijn met een schuld? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052040.mp3
|
أَمْ تَسْأَلُهُمْ أَجْرًا فَهُم مِّن مَّغْرَمٍ مُّثْقَلُونَ |
41 |
Of is bij hen het onwaarneembare, zodat zij het kunnen opschrijven? |
/content/ayah/audio/hudhaify/052041.mp3
|
أَمْ عِندَهُمُ الْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ |
42 |
Of willen zij een list beramen? Degenen die niet geloven zijn degenen die in een list versrikt raken. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052042.mp3
|
أَمْ يُرِيدُونَ كَيْدًا فَالَّذِينَ كَفَرُوا هُمُ الْمَكِيدُونَ |
43 |
Of hebben zij een andere god dan Allah? Heilig is Allah, boven de deelgenoten die zij (Hem) toekennen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052043.mp3
|
أَمْ لَهُمْ إِلَهٌ غَيْرُ اللَّهِ سُبْحَانَ اللَّهِ عَمَّا يُشْرِكُونَ |
44 |
En als zij een stuk uit de hemel (zouden) zien neerstorten, dan zeggen zij: "Stapelwolken." |
/content/ayah/audio/hudhaify/052044.mp3
|
وَإِن يَرَوْا كِسْفًا مِّنَ السَّمَاء سَاقِطًا يَقُولُوا سَحَابٌ مَّرْكُومٌ |
45 |
Laat hen maar, totdat zij hun Dag ontmoeten waarop zij door de bliksemslag getroffen zullen worden. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052045.mp3
|
فَذَرْهُمْ حَتَّى يُلَاقُوا يَوْمَهُمُ الَّذِي فِيهِ يُصْعَقُونَ |
46 |
Op die Dag zal hun list niets baten, en zij zullen niet worden geholpen. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052046.mp3
|
يَوْمَ لَا يُغْنِي عَنْهُمْ كَيْدُهُمْ شَيْئًا وَلَا هُمْ يُنصَرُونَ |
47 |
En voorwaar, voor degenen die onrecht pleegden is er daarnaast nog een bestraffing, maar de meesten van hen weten het niet. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052047.mp3
|
وَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُوا عَذَابًا دُونَ ذَلِكَ وَلَكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ |
48 |
Wees geduldig met de beschikking van jouw Heer. Voorwaar, jij bent in Onze Ogen. En prijs de Glorie van jouw Heer wanneer jij staat. |
/content/ayah/audio/hudhaify/052048.mp3
|
وَاصْبِرْ لِحُكْمِ رَبِّكَ فَإِنَّكَ بِأَعْيُنِنَا وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ حِينَ تَقُومُ |
49 |
En in de nacht, prijst Zijn Glorie, en (ook) bij het vervagen van de sterren (in de vroege ochtend). |
/content/ayah/audio/hudhaify/052049.mp3
|
وَمِنَ اللَّيْلِ فَسَبِّحْهُ وَإِدْبَارَ النُّجُومِ |